Eenvoudig recept walnotenbrood

Om walnotenbrood te bakken, hak je eerst de walnoten grof en rooster je ze in een pan zonder vetstof tot ze geurig zijn. Maar wees voorzichtig, ze kunnen snel verbranden. Ik vind het lekker om de walnoten te roosteren omdat het de smaak intenser maakt.

Doe de tarwebloem, droge gist, zout en suiker in een grote kom. Het is hierbij belangrijk dat de gist niet in direct contact komt met het zout, omdat het zout de werking van de gist belemmert. Daarom doe ik eerst de bloem in de kom, dan gist aan de ene kant, suiker en zout aan de andere kant.

Voeg langzaam het lauwe water toe en meng met een houten lepel tot een deeg. Hier is geduld voor nodig - in het begin krijg je een plakkerig deeg dat moeilijk te temmen is, maar als je blijft roeren, zullen de ingrediënten geleidelijk samenvloeien tot een glad deeg.

Kneed nu de geroosterde walnoten door het deeg. Mijn ervaring is dat je de walnoten het beste met je handen door het deeg kunt kneden. Het deeg kan eerst een beetje plakkerig zijn, maar door het kneden neemt het de noten op en wordt het steviger.

Dek het deeg af en laat het minstens twee uur rijzen op een warme plek tot het verdubbeld is in omvang. Ik zet het deeg vaak in de oven (uiteraard uitgeschakeld) omdat het dan lekker warm en tochtvrij is.

Kneed het deeg opnieuw en vorm er een brood van. Je kunt het brood opnieuw laten rijzen, maar ik zet het direct in de op 180°C voorverwarmde oven en bak het brood ongeveer 40-45 minuten. Het walnotenbrood moet een goudbruine korst hebben en hol klinken als je op de bodem tikt.